Door samenwerkingen aan te gaan binnen de gezondheidszorg kunnen we met onze gecombineerde kennis vele cliënten veiliger en beter helpen. Of je nu een fysiotherapeut, ergotherapeut, diëtist, of een andere zorgprofessional bent, de kracht van EMS kan een waardevolle aanvulling zijn voor jouw dienstverlening.
GEZONDHEID.
REVALIDEREN IN EEN FLITS
De invloed van Stroomstoot EMS binnen de gezondheidszorg
Elektrische spierstimulatie heeft een eeuwenoude geschiedenis, waarbij het gebruik van elektrische schokken voor therapeutische doeleinden al eeuwen bekend was. De praktijk evolueerde in de 19e eeuw met de ontdekking van de galvanische cel en vond toepassing in de medische wereld voor tegengaan van spieratrofie en zenuwaandoeningen. In de 20e eeuw werd EMS geïntegreerd in revalidatie, sportgeneeskunde en fitness. Recente jaren tonen een groeiende acceptatie in medisch onderzoek, waar EMS wordt bestudeerd voor pijnbestrijding, spierherstel en verbetering van functionele capaciteiten.
In de zoektocht naar innovatieve benaderingen in de gezondheidszorg is Stroomstoot een voortrekker. Deze methodiek wordt namelijk nauwelijks nog gebruikt om cliënten te helpen waar het de grootste impact kan hebben op de kwaliteit van leven. Of het nu gaat om het herstel na een blessure, het verminderen van pijn, het vergroten van spierkracht na een operatie of het herwinnen van mobiliteit, Stroomstoot EMS-trainingen bieden een unieke en effectieve aanvulling op traditionele interventies. Op deze pagina duiken we dieper in op hoe Stroomstoot EMS-trainingen een positief effect kunnen hebben op verschillende trajecten binnen de gezondheidszorg.
Fysiotherapie en revalidatiecentra
Met EMS kunnen we hét verschil maken in het leveren van kwalitatieve zorg voor jouw patiënten. Ben jij een fysiotherapeut of werk je in een revalidatiecentrum? Klik dan hieronder om meer te weten te komen over wat EMS kan betekenen binnen jouw werkgebied.
Universitair Medische Centra
We delen graag onze kennis op het gebied van EMS met jullie! Wil je toegang tot onze wetenschappelijke onderzoeken of ben je geïnteresseerd in het organiseren van een lezing / samenwerking omtrent de toepassingen en toekomst van EMS? Klik dan hieronder om meer te lezen!
Introductie
Fysiotherapie en revalidatiecentra
Voor gezondheidsspecialisten biedt onze samenwerking een extra manier aan om spierversterking te integreren in revalidatieprogramma’s. De tijdbesparende aard van EMS-training past perfect in de drukke schema’s van zowel therapeuten als patiënten. Met EMS kunnen individuele trainingsprogramma’s worden ontworpen die zijn aangepast aan de unieke behoeften en beperkingen van elke patiënt. Bovendien biedt EMS een aanvulling op traditionele oefeningen door diepe spiervezels te activeren die moeilijk te bereiken zijn met conventionele training zonder zware belading. Hierdoor kan de spierkracht geleidelijk worden opgebouwd zonder overmatige belasting van gewrichten en ligamenten, waardoor het risico op letsel wordt verminderd. Dit is met name gunstig in de vroege stadia van revalidatie, waar mobiliteit vaak beperkt is.
Wij streven ernaar gezondheidsspecialisten te voorzien van de meest relevante en belangrijke artikelen, zodat we samen met overtuiging en kennis EMS kunnen integreren voor een betere zorg.
Partnership
Hoe ziet zo'n samenwerking eruit?
Door de uitbreiding van het dienstenaanbod van gezondheidsspecialisten met EMS kan er een breder scala aan revalidatiemogelijkheden voor patiënten geboden worden. Dit opent de deur naar betere kwalitatieve zorg! De samenwerking biedt ook mogelijkheden voor networking, concurrentievoordeel en uitbreiding van professionele connecties. De Stroomstoot EMS-trainingen kunnen op locatie worden gegeven of bij onze eigen studio.
Kortom, de partnerschap tussen onze EMS studio en fysiotherapeuten / revalidatiecentra creëert een synergie waarin innovatie, effectiviteit en diversiteit samenkomen om de revalidatie-ervaring voor patiënten te verbeteren en het dienstenaanbod van gezondheidsspecialisten uit te breiden.
Artikelen relevant voor gezondheidsspecialisten:
Wat kan een Innline EMS suit toevoegen aan revalidatie?
Door middel van gecontroleerde elektrische impulsen uit het EMS pak, kunnen we specifieke spiergroepen activeren, waardoor patiënten gericht kunnen werken aan hun mobiliteit en kracht. Deze innovatieve benadering maakt het mogelijk om blessures zoals spieratrofie, gewrichtsproblemen en postoperatieve zwakte effectief aan te pakken.
Het EMS pak kan nauwkeurig worden aangepast aan de behoeften van de patiënt, waardoor een gepersonaliseerd revalidatieprogramma ontstaat. Hieronder worden diverse spiergroepen benoemd die met het EMS pak worden aangespannen, met daarbij de specifieke blessures die in een fysiotherapeutische setting kunnen worden behandeld.
Bovenrugspieren
Elektrische spierstimulatie (EMS) kan ondersteunend zijn bij het verlichten van bovenrugblessures, zoals spierverrekkingen en deltoidletsels. Bij een hernia kan gerichte EMS helpen bij spierversterking en stabiliteit. Voor costovertebrale gewrichtsproblemen verbetert EMS mobiliteit, terwijl het ook spierspanning kan verminderen.
- Rugspieren (Latissimus dorsi): Grote spier aan de zijkant van de rug.
- Rugspieren (Rhomboïde en trapezius): Verantwoordelijk voor stabiliteit in de bovenrug en tussen de schouderbladen.
- Achterste schouderspieren (Posterior deltoid): Gelegen aan de achterkant van de schouders.
- Supraspinatus en infraspinatus: Twee van de vier rotatorenmanchetspieren in de schouder die roterende bewegingen mogelijk maken.
- Trapezius: Grote spier die loopt van de nek tot aan de bovenrug en schouders.
- Levator scapulae: Spier die de schouderbladen omhoog trekt.
- Rugspieren (Erector spinae): Langs de wervelkolom, dragen bij aan de rechtopstaande houding.
- Teres major: Een kleine spier aan de bovenkant van de rug.
- Subscapularis: Een van de vier rotatorenmanchetspieren, gelegen aan de voorkant van de schouderbladen.
- Rhomboid minor en major: Gelegen tussen de schouderbladen, dragen bij aan schouderbladstabiliteit.
- Serratus anterior: Een spier aan de zijkant van de borstkas die verbonden is met de ribben en schouderbladen.
- Intercostale spieren: Spieren tussen de ribben die helpen bij ademhaling.
Middenrugspieren
Elektrische spierstimulatie (EMS) kan gunstig zijn bij het herstel van middenrugblessures, zoals spierverrekkingen, thoracale hernia, overbelasting van spieren en myofasciale pijn. EMS bevordert herstel door spierspanning te verminderen en stabiliteit te verbeteren.
- Rugspieren (Trapezius): Grote spier die loopt van de nek tot aan de middenrug en schouders.
- Rugspieren (Latissimus dorsi): Grote spier aan de zijkant van de middenrug.
- Rugspieren (Rhomboid minor en major): Gelegen tussen de schouderbladen, dragen bij aan schouderbladstabiliteit.
- Rugspieren (Erector spinae): Langs de wervelkolom, helpen bij rechtopstaande houding.
- Levator scapulae: Spier die de schouderbladen omhoog trekt.
- Serratus posterior superior: Spier die zich uitstrekt van de bovenrug naar de ribben.
- Middenrif (diaphragma): Spier die de borstholte scheidt van de buikholte, betrokken bij ademhaling.
- Intertransversarii spieren: Kleine spieren die zich uitstrekken tussen de dwarse processen van de wervels.
- Multifidus: Diepliggende spieren langs de wervelkolom, helpen bij stabiliteit.
- Interspinales en Intertransversarii: Kleine spieren tussen de wervels, betrokken bij het bewegen en stabiliseren van de wervelkolom.
- Rotatores: Diepliggende spieren die zich uitstrekken tussen de wervels, betrokken bij draaibewegingen van de wervelkolom.
- Spleniussen: Lange spieren aan de zijkant van de wervelkolom.
Onderrugspieren
Elektrische spierstimulatie (EMS) kan effectief zijn bij het verlichten van diverse onderrugblessures, waaronder lumbale spierverrekkingen, hernia, lage rugpijn door overbelasting, spierspasmen en chronische rugpijn. Door gerichte stimulatie draagt EMS bij aan spierontspanning, versterking en pijnverlichting.
- Erector spinae: Deze spiergroep bestaat uit de iliocostalis, longissimus en spinalis, en loopt langs de wervelkolom. Ze spelen een belangrijke rol bij het rechtop houden van het lichaam.
- Quadratus lumborum: Een diepliggende spier aan de zijkant van de wervelkolom die betrokken is bij het zijwaarts buigen van de wervelkolom en stabiliteit biedt.
- Transversus abdominis: Een diepliggende buikspier die betrokken is bij de stabiliteit van de romp.
- Multifidus: Kleine diepliggende spieren langs de wervelkolom die helpen bij stabiliteit en segmentale controle.
- Psoas major en minor: Deze heupflexoren lopen van de lumbale wervelkolom naar het bovenbeen en zijn betrokken bij heupbewegingen.
- Iliacus: Een spier die samenwerkt met de psoas en ook betrokken is bij heupflexie.
- Quadratus lumborum: Deze spier aan de zijkant van de onderrug speelt een rol bij zijwaartse bewegingen en stabiliteit.
- Intertransversarii lumborum: Kleine spieren tussen de dwarse processen van de lumbale wervels.
- Rotatores lumborum: Diepliggende spieren die betrokken zijn bij rotatie van de wervelkolom.
- Iliocostalis lumborum: Een deel van de erector spinae die zich uitstrekt van het bekken naar de ribben, betrokken bij het strekken van de wervelkolom.
- Longissimus thoracis: Een deel van de erector spinae die zich uitstrekt langs de thoracale wervelkolom.
- Piriformis: Een diepliggende spier in het bekken die betrokken is bij heuprotatie.
Borstspieren
Elektrische spierstimulatie (EMS) kan een ondersteunende rol spelen bij het herstel van diverse borstblessures, waaronder pectoralis major verrekkingen. Gerichte EMS bevordert herstel door spierversterking en stabiliteit.
- Pectoralis major: De grote borstspier die verantwoordelijk is voor het naar binnen bewegen van de arm en verschillende bewegingen van de schouder.
- Pectoralis minor: Een kleinere spier onder de pectoralis major die betrokken is bij het naar voren kantelen van het schouderblad.
- Serratus anterior: Een spier aan de zijkant van de borstkas die de bewegingen van het schouderblad coördineert.
- Subclavius: Een kleine spier aan de onderkant van het sleutelbeen die helpt bij het stabiliseren van het sleutelbeen.
- Intercostale spieren: Deze spieren lopen tussen de ribben en helpen bij de ademhaling.
- Rectus abdominis: Hoewel dit vaak als een buikspier wordt beschouwd, is de rectus abdominis ook betrokken bij het naar beneden trekken van het borstbeen.
- External intercostals: Spieren tussen de ribben die betrokken zijn bij de ademhaling.
- Internal intercostals: Diepere spieren tussen de ribben die betrokken zijn bij de ademhaling en het verlagen van de ribben.
- Transversus thoracis: Een diepe spier die langs de voorkant van de ribbenkast loopt en betrokken is bij de ademhaling.
- Levatores costarum: Kleine spieren die zich uitstrekken van de wervels naar de ribben en bijdragen aan de ademhaling.
- Pectoralis minor: Deze kleine spier bevindt zich aan de voorkant van de borstkas, onder de pectoralis major, en speelt een rol bij het naar voren kantelen van het schouderblad.
Buikspieren
Elektrische spierstimulatie (EMS) kan ondersteuning bieden bij het herstel van diverse buikblessures, waaronder verrekkingen in de rectus abdominis en oblique spieren en diastase recti waarbij buikspieren uiteenwijken. Gerichte EMS bevordert spieractivatie en versterking, ook bij algemene buikspierzwakte.
- Rectus abdominis: De “six-pack” spier die verantwoordelijk is voor het buigen van de wervelkolom en het kantelen van het bekken.
- External oblique: Schuine spieren aan de zijkant van de buik die bijdragen aan het draaien en zijwaarts buigen van de romp.
- Internal oblique: Diepere schuine spieren aan de zijkant van de buik die samenwerken met de external oblique voor rotatie en zijwaartse buiging.
- Transversus abdominis: De diepste laag van de buikspieren die de buikinhoud stabiliseert en bijdraagt aan ademhaling en houding.
- Quadratus lumborum: Hoewel het vaak als een rugspier wordt beschouwd, bevindt deze spier zich aan de zijkant van de wervelkolom en is betrokken bij het zijwaarts buigen en stabiliseren van de romp.
- Erector spinae: Deze spiergroep langs de wervelkolom draagt bij aan de stabiliteit van de onderrug en houdingscontrole.
- Pyramidalis: Een kleine driehoekige spier aan de voorzijde van het bekken, onder de rectus abdominis.
- Psoas major en minor: Heupflexoren die van de lumbale wervelkolom naar het bovenbeen lopen en betrokken zijn bij het optillen van de knieën en heupbuiging.
- Iliacus: Een heupspier die samenwerkt met de psoas major en betrokken is bij heupbuiging.
- Transversospinalis: Een groep kleine spieren die langs de wervelkolom lopen en helpen bij stabiliteit en rotatie.
- Quadratus lumborum: Nogmaals genoemd omdat het, hoewel vaak als een rugspier beschouwd, ook de zijwaartse buiging en stabilisatie van de romp ondersteunt.
- Levatores costarum: Kleine spieren die zich uitstrekken van de wervels naar de ribben en betrokken zijn bij ademhalings- en rompstabiliteit.
Biceps
Elektrische spierstimulatie (EMS) kan ondersteuning bieden bij het herstel van verschillende bicepblessures, waaronder tendinitis, verrekkingen en overbelasting van de biceps brachii. Gerichte EMS stimuleert en versterkt de spieren, wat bijdraagt aan het verminderen van ontsteking en het bevorderen van herstel.
- Biceps brachii: De grote spier aan de voorkant van de bovenarm die betrokken is bij het buigen van de elleboog en het draaien van de onderarm.
- Brachialis: Een diepere spier onder de biceps brachii die ook verantwoordelijk is voor het buigen van de elleboog.
- Brachioradialis: Een spier die langs de buitenkant van de onderarm loopt en betrokken is bij het buigen van de elleboog en het draaien van de onderarm.
- Coracobrachialis: Een kleine spier aan de binnenkant van de bovenarm die bijdraagt aan het buigen en stabiliseren van de elleboog.
- Triceps brachii: Hoewel dit een antagonist is van de biceps, is het toch relevant omdat het betrokken is bij de extensie van de elleboog.
- Anconeus: Een kleine spier aan de achterkant van de elleboog die de triceps helpt bij het strekken van de elleboog.
- Supinator: Een spier die betrokken is bij het draaien van de onderarm naar een “palm omhoog” positie.
- Pronator teres en quadratus: Spieren die betrokken zijn bij het draaien van de onderarm naar een “palm omlaag” positie.
- Palmaris longus: Een kleine spier aan de binnenkant van de onderarm die bijdraagt aan het buigen van de pols.
Triceps
Elektrische spierstimulatie (EMS) kan ondersteunend zijn bij het herstel van diverse tricepblessures, zoals tricep tendinitis, verrekkingen en overbelasting. Door gerichte EMS kunnen omliggende spieren gestimuleerd en versterkt worden, wat kan bijdragen aan het verminderen van ontsteking en het ondersteunen van het herstelproces.
- Triceps brachii: De grote spier aan de achterkant van de bovenarm die betrokken is bij het strekken van de elleboog.
- Anconeus: Een kleine spier aan de achterkant van de elleboog die de triceps helpt bij het strekken van de elleboog.
- Lateral head (lateraal hoofd): Een van de drie hoofden van de triceps brachii, gelegen aan de buitenkant van de bovenarm.
- Medial head (mediaal hoofd): Een ander hoofd van de triceps brachii, gelegen aan de binnenkant van de bovenarm.
- Long head (lang hoofd): Het derde hoofd van de triceps brachii, dat zich over het schouderblad uitstrekt en bijdraagt aan het strekken van de elleboog.
- Brachialis: Een diepere spier onder de triceps brachii die betrokken is bij het buigen van de elleboog.
- Brachioradialis: Een spier die langs de buitenkant van de onderarm loopt en betrokken is bij het buigen van de elleboog en het draaien van de onderarm.
- Supinator: Een spier die betrokken is bij het draaien van de onderarm naar een “palm omhoog” positie.
- Pronator teres en quadratus: Spieren die betrokken zijn bij het draaien van de onderarm naar een “palm omlaag” positie.
- Palmaris longus: Een kleine spier aan de binnenkant van de onderarm die bijdraagt aan het buigen van de pols.
Quadriceps
Elektrische spierstimulatie (EMS) kan een ondersteunende rol spelen bij het herstel van verschillende quadricep-blessures, waaronder quadriceps tendinitis, verrekkingen, overbelasting en knieblessures die de quadriceps betreffen. Gerichte EMS stimuleert en versterkt de spieren, wat kan bijdragen aan het verminderen van ontsteking en het bevorderen van het herstelproces.
- Rectus femoris: De spier die zich over de voorkant van het bovenbeen uitstrekt en deel uitmaakt van de quadriceps. Het is ook betrokken bij het buigen van de heup.
- Vastus lateralis: Een van de drie vasti-spieren die deel uitmaken van de quadriceps, gelegen aan de buitenkant van het bovenbeen.
- Vastus medialis: Een andere vastus-spier, gelegen aan de binnenkant van het bovenbeen.
- Vastus intermedius: De derde vastus-spier die zich tussen de lateralis en medialis bevindt.
- Tensor fasciae latae (TFL): Een spier aan de zijkant van de heup die de spanning van de iliotibiale band regelt en betrokken is bij het stabiliseren van de heup.
- Sartorius: Een lange, dunne spier die diagonaal over de dij loopt en betrokken is bij het buigen van de heup en het draaien van het been.
- Pectineus: Een spier in het liesgebied die de heup en het bovenbeen buigt en draait.
- Gracilis: Een lange, slanke spier aan de binnenkant van het bovenbeen die betrokken is bij het buigen van de knie en het draaien van het been.
- Adductoren (Adductor longus, brevis, magnus): Een groep spieren aan de binnenkant van het bovenbeen die betrokken zijn bij het naar binnen brengen van het been.
- Quadratus femoris: Een diepe spier aan de achterkant van het bovenbeen die betrokken is bij het draaien van de heup.
- Iliopsoas: Een samengestelde spier bestaande uit de iliacus en psoas major, betrokken bij heupflexie.
Hamstrings
Elektrische spierstimulatie (EMS) kan een ondersteunende rol spelen bij het herstel van diverse hamstringblessures, zoals hamstring tendinitis, verrekkingen, overbelasting en knieblessures die de hamstring betreffen. Door gerichte EMS wordt de activiteit en kracht van de hamstrings gestimuleerd, wat kan bijdragen aan het verminderen van ontsteking en het bevorderen van het herstelproces.
- Biceps femoris: Een van de drie hamstringspieren, bestaande uit een lange kop en een korte kop. Het is betrokken bij het buigen van de knie en het roteren van het onderbeen.
- Semitendinosus: Een van de drie hamstring spieren die zich langs de achterkant van het bovenbeen uitstrekken. Het is betrokken bij het buigen van de knie en het strekken van de heup.
- Semimembranosus: Een andere hamstringspier die zich dieper in het bovenbeen bevindt en betrokken is bij het buigen van de knie en het strekken van de heup.
- Popliteus: Een spier aan de achterkant van de knie die betrokken is bij het ontgrendelen van de knie en het draaien van het onderbeen.
- Gracilis: Een lange, slanke spier aan de binnenkant van het bovenbeen die, naast zijn rol als adductor, ook een kleine bijdrage levert aan de flexie van de knie.
- Sartorius: Hoewel het voornamelijk een heupbuiger is, helpt de sartorius ook bij de flexie van de knie en het draaien van het onderbeen.
- Gastrocnemius: De kuitspier, die de knie en enkel buigt, en betrokken is bij het strekken van de voet.
- Plantaris: Een kleine spier langs de achterkant van het onderbeen, die nauw verwant is aan de gastrocnemius.
Bilspieren
Elektrische spierstimulatie (EMS) kan een ondersteunende rol spelen bij het herstel van diverse bilblessures, waaronder bilspierverrekkingen en bilspierontstekingen. Gerichte EMS kan de activiteit en kracht van de bilspieren stimuleren, wat bijdraagt aan het verminderen van ontstekingen, het bevorderen van het herstelproces en het behoud van spierfunctie.
- Gluteus maximus: De grootste spier in de billen, betrokken bij het strekken en naar buiten roteren van de heup.
- Gluteus medius: Gelegen aan de zijkant van de heup, betrokken bij het heffen en naar buiten roteren van het been, evenals het stabiliseren van de heup tijdens het lopen.
- Gluteus minimus: Een kleinere spier onder de gluteus medius, die vergelijkbare functies heeft in het heffen en naar buiten roteren van het been.
- Piriformis: Een diepliggende spier in de bil die betrokken is bij het naar buiten roteren van de heup.
- Gemellus superior en inferior: Kleine spieren die helpen bij het naar buiten roteren van de heup en betrokken zijn bij de stabiliteit.
- Obturator internus en externus: Diepliggende spieren die ook bijdragen aan het naar buiten roteren van de heup.
- Quadratus femoris: Een spier aan de achterkant van het bovenbeen die betrokken is bij het naar buiten roteren van de heup.
- Tensor fasciae latae (TFL): Hoewel eerder genoemd, heeft deze spier ook invloed op de heup en bilregio, waarbij het helpt bij het stabiliseren van de heup.
- Gluteale intrinsieke spieren: Dit omvat kleinere spieren binnen de gluteus maximus die betrokken zijn bij het fijner afstemmen van bewegingen.
- Superior en inferior gemellus: Samen met andere kleine spieren dragen ze bij aan de rotatie van de heup.
- Psoas major en minor: Hoewel deze spieren voornamelijk heupflexoren zijn, kunnen ze ook indirect de bilregio beïnvloeden.
Kuitspieren
Elektrische spierstimulatie (EMS) kan een positieve rol spelen bij het herstel van verschillende kuitblessures, waaronder kuitontsteking, achillespeesblessures, shin splints (scheenbeenklachten) en kuit krampen. Door gerichte stimulatie kunnen omliggende spieren worden versterkt, ontspannen en geactiveerd, wat kan bijdragen aan het verminderen van ontsteking, het bevorderen van herstel en het behoud van spierfunctie.
- Gastrocnemius: De primaire kuitspier die betrokken is bij het strekken van de enkel. Het heeft twee koppen, de mediale en laterale kop.
- Soleus: Gelegen onder de gastrocnemius, betrokken bij het strekken van de enkel en zorgt voor stabiliteit.
- Plantaris: Een kleine spier langs de achterkant van het onderbeen, gelegen tussen de gastrocnemius en de soleus.
- Tibialis posterior: Een spier aan de achterkant van het scheenbeen die betrokken is bij het omhoog trekken van de voet en ondersteuning biedt aan de enkel.
- Flexor hallucis longus: Een spier die de grote teen buigt en ook betrokken is bij het ondersteunen van de enkel.
- Flexor digitorum longus: Een spier die de andere tenen buigt en helpt bij het stabiliseren van de enkel.
- Popliteus: Een kleine spier aan de achterkant van de knie die betrokken is bij het ontgrendelen van de knie en draagt bij aan het draaien van de voet.
- Peroneus longus en brevis: Spieren aan de zijkant van het onderbeen die betrokken zijn bij het strekken en draaien van de enkel.
- Anterior tibialis: Een spier aan de voorkant van het scheenbeen die de voet optilt en zorgt voor ondersteuning.
Introductie
Universitair Medische Centra
Onze EMS-trainingen vormen de basis voor onderzoek naar de impact op revalidatie, spieropbouw, en algemene gezondheid. We streven ernaar om samen met universitair medische centra studies uit te voeren om de wetenschappelijke basis van EMS te versterken, de ontwikkeling te bevorderen van gezondheidswetenschappen en de optimalisatie van revalidatie- en fitnessprogramma’s. In nauwe samenwerking met medische professionals ontwikkelen we op maat gemaakte EMS-trainingsprotocollen die aansluiten bij de specifieke behoeften van individuele patiënten. Dit biedt de mogelijkheid om gerichte interventies te onderzoeken en te implementeren. Als partner van krijgt u toegang tot onze EMS-apparatuur. Dit stelt onderzoeksteams in staat om op een gecontroleerde en gestandaardiseerde manier gegevens te verzamelen en de voortgang van deelnemers te monitoren.
Onze blogpagina biedt een waardevolle bron van informatie, waar we reeds uitgevoerde onderzoeken over Elektrische Spierstimulatie weergeven. Deze artikelen dienen als een fundering en illustreren de effectiviteit van EMS in diverse toepassingen. Wij kijken ernaar uit om samen te werken aan innovatieve onderzoeksinitiatieven om vooruitgang in de gezondheidszorg te stimuleren.
Partnership
Hoe ziet zo'n samenwerking eruit?
Wij geloven in de kracht van samenwerking. Door de expertise van medische professionals te combineren met onze kennis van EMS, creëren we een synergie waarin het verschil wordt gemaakt voor mensen. Om dit mogelijk te maken willen we graag in gesprek gaan over de bijdrage die wij kunnen leveren met EMS.