Introductie
Met een wereldwijde lifetime prevalentie van 38,9% wordt lage rugpijn beschouwd als een van de meest impactvolle gezondheidsproblemen wereldwijd. Lage rugpijn is een multifactoriële aandoening met verschillende onderliggende oorzaken, zoals levensstijl- en sociaal-demografische factoren, beroepsfactoren, psychologische factoren, leeftijd en geslacht. Deze factoren leggen een aanzienlijke ziektelast op zowel op persoonlijk, gemeenschaps- als financieel niveau. Een groot deel van de gerapporteerde rugpijn wordt gediagnosticeerd als niet-specifiek, wat verwijst naar een aandoening waarbij het moeilijk is om een specifieke oorzaak van de pijn met een onbekende pathologie te identificeren.
In de huidige literatuur zijn er veel studies die zich richten op conventionele trainingsprogramma’s en de vermindering van lage rugpijn. Onderzoekers concentreerden zich op kracht-/weerstandsprogramma’s, coördinatie-/stabiliseringsprogramma’s, cardiorespiratoire oefeningen en gecombineerde oefenmethoden. Naast een verscheidenheid aan effectieve op oefeningen gebaseerde trainingsregimes, is aangetoond dat krachttraining de pijnintensiteit vermindert en de fysieke functie van patiënten met chronische niet-specifieke lage rugpijn verbetert. Desalniettemin tonen studies aan dat een zittende levensstijl de incidentie van terugkerende lage rugpijn significant verhoogt en dat er een verband bestaat tussen inactiviteit, lage rugpijn en afgenomen rugsterkte. Patiënten met chronische rugpijn vermijden vaak lichaamsbeweging als gevolg van een gevoel van vatbaarheid voor pijnlijke blessures of herhaling van blessures.
Moderne trainings technologieën zoals hele-lichaamselektromyostimulatie (WB-EMS) en hele-lichaamstrillingen (WBV) zijn bewezen effectieve, aantrekkelijke en tijdefficiënte trainingsmethoden in verschillende oefensettings en populaties. Deze alternatieve trainingsmethoden winnen aan populariteit. De stimulatie met WB-EMS en WBV verandert het neuro-musculaire patroon van spieraanwerving en leidt tot acute en langdurige effecten op prestaties en revalidatie. In het WBV-veld zijn er een paar gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken met patiënten met chronische niet-specifieke lage rugpijn, maar ondanks één onderzoek ontbreken er bijna geen gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken die de trainings effecten van WB-EMS op lage rugpijn evalueren.
Tegen deze achtergrond was het doel van deze gerandomiseerde gecontroleerde multicenterstudie om de effecten van WB-EMS en WBV te vergelijken met conventionele rugversterkende training op de gemiddelde rugpijnintensiteit en krachtindices bij patiënten met chronische niet-specifieke lage rugpijn. Het werd verondersteld dat zowel WB-EMS als WBV vergelijkbare verbeteringen van de pijnintensiteit en rompkracht zouden induceren bij aanzienlijk kortere totale trainingsvolumes in vergelijking met conventionele rugversterkende training.
In de studie “Neuromuscular electrical stimulation training induces atypical adaptations of the human skeletal muscle phenotype: a functional and proteomic analysis” werd onderzocht hoe neuromusculaire elektrische stimulatie (NMES) gedurende een periode van 8 weken de neuromusculaire eigenschappen van de menselijke skeletspieren beïnvloedde. Het onderzoek omvatte acht gezonde jonge mannelijke proefpersonen die gedurende 25 sessies isometrische NMES van de quadriceps ondergingen. De resultaten wezen op aanzienlijke verbeteringen in maximale vrijwillige kracht en neurale activatie in zowel een actieve groep (die regulier aan lichaamsbeweging deed) als een sedentaire groep (die geen lichaamsbeweging uitvoerde).
Op het niveau van spiervezels vertoonden zowel type 1- als type 2-vezels aanzienlijke hypertrofie, en er werd een verschuiving waargenomen van myosine-zware-ketenisoform (MHC) 2X naar MHC-2A en MHC-1, wat duidt op een overgang van een snel naar een langzaam fenotype. Proteomische analyse onthulde veranderingen in myofibrillaire eiwitten, energieproductiesystemen en antioxidant-verdedigingssystemen. Deze aanpassingen werden beschouwd als typerend voor zowel weerstands- als uithoudingstraining.
De conclusie van het onderzoek benadrukte dat NMES-training niet alleen effectief is gebleken bij het vergroten van spiermassa, maximale kracht en neurale activatie, maar ook bij het bevorderen van oxidatief metabolisme en het verbeteren van antioxidatieve verdedigingssystemen bij gezonde jonge mensen. Bovendien werden de waargenomen fenotypeveranderingen als atypisch beschouwd en kunnen ze worden toegeschreven aan het specifieke patroon van motorunitrekrutering dat kenmerkend is voor NMES, namelijk niet-selectief, continu en synchroon.
De relevantie van deze bevindingen strekt zich uit tot de behandeling van desgebruiksatrofie, waarbij verlies van spiermassa, kracht en een verschuiving naar een meer glycolytisch fenotype optreden. Het onderzoek suggereert dat NMES bijzonder geschikt zou kunnen zijn om desgebruiksatrofie tegen te gaan, vooral bij patiënten met beperkte of geen naleving van vrijwillige lichaamsbeweging, zoals ouderen, zeer sedentaire individuen en patiënten met bepaalde chronische aandoeningen.
Auteur(s)
Florian Micke, Anja Weissenfels, Nicolas Wirtz, Simon von Stengel, Ulrike Dörmann, Matthias Kohl, Heinz Kleinöder1, Lars Donath and Wolfgang Kemmler
Datum van uitgave
13 april 2021
Link naar artikel
Om het volledige artikel te lezen, klik hier